Limburgse Filmmakers

Yorn Heijnen (1994), uitvoerend producent

Ruim twintig korte films, documentaires en een serie staan op zijn palmares. Onlangs is Heijnen afgestudeerd aan de RITCS in Brussel als productiemanager. “Zo’n twintig procent van het werk als uitvoerend producent leer je op school. De praktijk is oh zo belangrijk.”

Hij voelt zich als een vis in het water als uitvoerend producent. “Ik zit tussen het creatieve proces en de productie middelen ofwel de financiën in. Het bij elkaar houden van alle departementen is een belangrijk onderdeel. Kunnen improviseren, plannen en goed kunnen communiceren zijn eigenschappen die onlosmakend verbonden zijn met het werk. Op een filmset kunnen plannen ineens gewijzigd worden. Daar moet je tegen kunnen.”

Limburg is meer en meer en filmprovincie, merkt Heijnen. “Opleidingen in het zuiden besteden nog te weinig aandacht aan specialismen buiten regie. Die expertise moet van de Randstad komen. Dat is jammer. Desondanks gebeurt er op filmgebied erg veel in Limburg.”

Ivo Bemelmans (1972), geluidsman

Vorig jaar durfde Ivo Bemelmans de stap te maken van geluidsman in combinatie met een vaste baan, naar die van fulltime, freelance geluidsman. “Het begon als hobby, en dan is het mooi dat na jaar zeven dit mijn beroep wordt.” Hij merkt op dat werken met geluid, luisteren is. Goed kunnen luisteren. “Het is prachtig als je het geluid goed kunt vangen. Van gesprekken op de set tot wild track (achtergrondgeluiden, red.).” Bij films maakt hij een audioplan. “Het dient als geheugensteun om geluiden die belangrijk zijn voor de film op te nemen, zoals wild tracks.”

Bemelmans i s onder meer te vinden bij opnames van documentaires, korte films, bedrijfs- en voorlichtingsfilms. Met plezier is hij aanwezig op een van deze sets. Als hij moet kiezen, dan gaat zijn voorkeur uit naar documentaires. “Ik houd van echt. Van echte mensen. En die vind je in docu’s.” Het leven van een geluidsman is soms onvoorspelbaar. Er zijn filmprojecten die inplanbaar zijn en die dat niet zijn. “Je kunt gebeld worden voor een klus die morgen begint. Ik vind dat geen probleem. Op de filmset moet je ook flexibel zijn.”

Kim Hotterbeekx (1994), Art director  

Het leven is keuzes maken. Dit jaar zette Kim Hotterbeekx haar werkzaamheden als art director op een lager pitje, zodat ze kon zich richten op haar pabo-studie. Bij ruim twintig films was ze als art director betrokken. “Super leuk en heel afwisselend. Zo rijd je met een groot opgezet hert naar de set of ligt de bus vol met delen van twintig etalagepoppen.”

Ze volgde de Kunstacademie, afstudeerrichting Filmisch Beeld.  Ze vond het opvallend dat aan art direction op haar opleiding geen aandacht werd besteed. “Terwijl deze de sfeer bepaalt, de uitstraling van een film; de look en feel van de film. Je drukt een stempel op de film.” Ze toog naar Rotterdam om gedurende zes maanden bij production designer Rosie Stapel het vak te leren. Creativiteit, met je handen werken en goed kunnen communiceren,  zijn belangrijke eigenschappen van de art director, vindt Hotterbeekx.

Zes verzoeken voor art direction kreeg ze vorig jaar bijna tegelijkertijd op haar bord. “Het is zeker heel leuk dat filmmakers mij weten te vinden. Er zouden in de provincie wel meer art directors mogen werken.” Als ze dan maar niet een science fiction willen, want dat staat nog op haar verlanglijstje.

Mark Pütz (1973), componist voor film en tv

Leren, kwaliteit en blijven ontwikkelen. Het zijn woorden die voor Mark Pütz vanzelfsprekend zijn. Sinds 2000 is hij eigenaar van muziekproductiebedrijf Cosmic Orchestra. Samen met compagnon Rico Derks componeert en produceert hij muziek voor nationale en internationale films, commercials, tv-programma’s en documentaires. “Ik wil niet blijven hangen in wat ik al ken en kan. Ik wil me blijven ontwikkelingen. Wat mij hierbij helpt is mijn interesses in veel verschillende muziekstijlen en stromingen. Maar zo kan ik ook geïnspireerd raken door een nieuwe synthesizer waarmee ik mijn klankpallet kan verrijken. Ontwikkeling mag niet stil staan. Het komt de kwaliteit ten goede.”

Pütz is de laatste schakel in het filmproces; als de film bewerkt is. Hij zet de wensen van de regisseur, producent en scenarist om in muziek. Scriptlezen en veel gesprekken voeren met de regisseur zijn belangrijke onderdelen van het werk. “Ik maak dan al wat muzikale schetsen. Belangrijk onderdeel is de spotting sessie. Samen met de regisseur kijk ik naar de film. Scène voor scène. Emoties, de rol van de muziek in iedere scène, de boog die het moet maken. Goede filmmuziek is het ondersteunen van beelden zonder dat de muziek opvalt.

Maarten Schellekens (1968), cameraman  

Zijn hart als cameraman ligt bij het onverwachte. “Bij een film is het niet ongebruikelijk als een scène zes keer over moet. Ik houd meer van toeval. Vandaar mijn passie voor documentaires met maatschappelijke urgentie, verdieping of relevantie.” Nadeel bij documentaire is de vaak lange periode van ontwikkeling tot uitvoering. Eenmaal aan het draaien dan past een tikkeltje eigenwijsheid, vindt Schellekens. “Net meer moeite doen als van je wordt gevraagd. Daardoor wordt de documentaire nog beter.” Door de aandacht voor film in Limburg, ontstaat een positief filmklimaat die jonge, talentvolle makers voortbrengt, vindt Schellekens. Als voorbeeld geeft hij Wei van Ruud Lenssen. “Film in Limburg concentreert zich vooral in Heerlen en Maastricht.

Met LFF wordt het noorden van Limburg op de filmkaart gezet. Al met al goede ontwikkelingen.” Naast het maken van documentaires is hij sinds 2005 de vaste cameraman van de tv-programma’s van Joris Linssen, zoals Hello Goodbye en Joris’ Kerstboom.

Ayşe Remmler (1994), editor

Ayşe Remmler is freelancer film en documentaire editor en staat op de loonlijst als assistent editor bij een filmmaatschappij gespecialiseerd in documentaires. Ze studeerde in 2016 af in communicatie en multimedia design. Drie jaar later behaalde ze aan de RITCS in Brussel haar bachelor filmediting. “De filmindustrie trok mij altijd aan. Ik ontdekte snel dat de werkzaamheden op de set niet voor mij zijn weggelegd, maar achter de schermen en met name het monteren trok me.”

Goed kunnen communiceren met de regisseur, creativiteit en flexibiliteit zijn volgens Remmler eigenschappen die nodig zijn om goed te kunnen monteren. “Bij het editen moet je ook durven af te wijken van het script, als het eindproduct daar om vraagt. Monteren is ook een gevoel; wat heeft de film nodig. Het is uitdagend en spannend wat voor materiaal je krijgt. Vooral bij documentaires komt het verhaal vaak pas tijdens de montage tot stand.”

De continuïteit, beeldvolgorde, inhoud, ritme en scèneovergangen kunnen een film maken of breken. Volgens Remmler zijn er aantal collega’s die dit uitermate goed beheersen. Ze heeft bewondering voor het werk van Nico Leunen, editor van onder meer Belgica en The Broken Circle Breakdown. Ook Job ter Burg (Elle, Brimstome en Zwartbroek) slaat ze hoog aan. Bij ruim twintig korte films en enkele documentaires staat Remmler al op de aftiteling. Wensen heeft ze zeker. Feature films maken en volledig gaan freelancen.

Een ambitieus filmfestival als ode aan de Limburgse film en haar makers.